Werkvorm: goud zoeken

In deze inspiratiesnack ontdek je een leuke werkvorm die je in vrijwel iedere training kunt toepassen.

Eerst geef ik je de werkvorm, daarna de onderbouwing.

De werkvorm: goud zoeken
Het doel: De deelnemers oefenen in het ‘waarderend kijken’ naar elkaar. Daarnaast draagt deze werkvorm bij aan de sfeer in je training en aan de onderlinge verbondenheid.

De aanpak: Aan het begin van een trainingsdag laat je de deelnemers lootjes trekken met daarop elkaars naam. Als trainer kun je ook meedoen.

De opdracht: “Zoek vandaag naar het goud van deze persoon! Noteer al het leuke/goede/mooie wat je opmerkt.” Geef eventueel nog een toelichting met wat suggesties waar de deelnemers allemaal op kunnen letten.

Gedurende de dag herinner je de deelnemers af en toe aan hun lootje. Aan het einde van de dag neem je 5 tot 10 minuten voor het uitwisselen van hun observaties. Dat kan plenair, maar ook in tweetallen.

Eventueel reflecteer je nog met elkaar op het proces gedurende de dag. Wat deed het met je om gericht op zoek te gaan naar het mooie en goede in de ander?

Waarom deze werkvorm ‘goud zoeken’?
Ik zie regelmatig leuke werkvormen voor trainingen waarin deelnemers elkaar complimenten mogen geven. Soms omdat dit een onderdeel van de training is, maar soms ook als energizer omdat het een positief effect heeft op de sfeer in de groep.

Meestal is de opdracht een compliment te bedenken en dit direct uit te spreken. Maar ik geloof dat wat daarvóór gebeurt nog veel belangrijker is dan het geven van het compliment zelf.

Waarderend kijken gaat vooraf aan waarderend spreken!

Waarderend kijken is geen talent of karaktertrek. Het is eerst en vooral een keuze en daarna kun je het gewoon oefenen. Ik spreek uit ervaring, want ik deed dit vroeger zelf ook te weinig. Ik was wel opmerkzaam, maar mijn aandacht ging vooral naar wat nog niet goed was. Zoveel te langer je dit oefent, zoveel te meer goede en mooie dingen je gaat zien bij mensen.

Daarom heb ik deze werkvorm bedacht. Belangrijker dan de uitkomst vind ik het proces daarvoor. Die complimenten zijn leuk om te geven en te ontvangen. Maar het leerproces zit vooral in het waarderend observeren. Dat is de dubbele bodem van deze werkvorm.

Je kunt oprechte waardering en oprechte complimenten alleen uitspreken, als je jezelf oefent in het opmerken van het mooie en goede in de ander.

Waardering tonen is iets anders dan feedback geven
Als opleider van trainers vind ik het tenslotte nog belangrijk om een kanttekening te plaatsen bij deze werkvorm. Waarderend kijken en waarderend spreken is geen vervanging van het geven van nauwkeurige feedback!

Waarderend en positief kijken gaat in deze werkvorm vooral over waardering voor de totale mens. Dat is iets wat we allemaal nodig hebben en wat je altijd kunt doen.

In een training laat je deelnemers meestal oefenen met concrete gedragsaanwijzingen: een checklist. De feedback die daarop volgt is zo neutraal mogelijk. Je stelt vast welk gedrag zichtbaar was en welk gedrag niet en wat het effect daarvan was. Op zulke momenten moet je dus óók eerlijk kunnen aanwijzen wat er nog ontbrak of wat nog niet voldoende was. Je doet dat zo feitelijk mogelijk.

Afkeuring of waardering zijn daarbij niet zo relevant en zijn storend voor het leerproces. Als je op zulke momenten al waardering toont, dan is dat vooral voor de inspanning van de deelnemer.

In onze trainersopleiding komen beide vaardigheden aan bod. Zowel het geven van nauwkeurige feedback als het waarderend kijken naar de ander. Wat mij betreft horen ze beide bij het trainersvak

Waarom een trainer niet extravert hoeft te zijn

Ik ontmoet regelmatig introverte en bescheiden mensen die zichzelf afvragen of ze wel trainingen kunnen geven. Ze willen het wel, maar kijken op tegen de extraverte en charismatische trainers die zonder enige moeite en vol enthousiasme een uur vol kunnen praten voor een groep mensen.

Dit beeld van een trainer komt voort uit de vorige-eeuwse opvattingen over lesgeven. Een goede trainer is in mijn visie juist iemand die op het juiste moment z’n mond kan houden en de deelnemers aan het werk zet. Ik ben ook niet uitgesproken extravert; mijn karakter zit net als bij de meeste mensen ergens in het midden tussen extravert en introvert.

Een extraverte persoonlijkheid maakt trainen soms wel makkelijker. Je hebt dan waarschijnlijk minder last van zenuwen voor een groep en je kunt wat sneller en assertiever reageren op dingen die in de groep gebeuren. En een bepaalde dominantie is ook handig, want je bent nu eenmaal iemand die leidinggeeft aan een groep.
Maar met een extraverte persoonlijkheid heb je ook een groot nadeel. Je kunt zo makkelijk praten dat je een veel te groot deel van de tijd vult met jouw monologen. Ook kan jouw ‘hardop denken’ verwarrend zijn voor de deelnemers: ze krijgen te veel irrelevante informatie waardoor hun werkgeheugen overbelast raakt. Extraverte en dominante trainers hebben gemiddeld meer moeite om zichzelf overbodig te maken en hun deelnemers aan het werk te zetten.

Ik heb introverte trainers in mijn trainersopleiding gehad die uitstekende trainingen lieten zien doordat ze die goed ontworpen hadden en hun deelnemers lieten schitteren.

Extraversie en dominantie kunnen je dus helpen, maar hebben ook nadelen. Ze zijn zeker geen kernkwaliteiten van een goede trainer. Trainen is een vak – en dat vak is te leren.

Hoe kun je de namen van deelnemers onthouden?

Ik werkte nog in de verslavingszorg toen ik op een dag de keuze maakte om de namen van alle cliënten waar ik mee werkte te onthouden. Die keuze maakte ik niet zomaar. Dit ging er aan vooraf…

Op een dag liep ik de kantine in om te lunchen. Ik ging aan tafel zitten bij een cliënt met wie ik die week een eerste gesprek had gevoerd over studie en reïntegratie. Ik begroette hem en noemde daarbij zijn naam.

Op dat moment begon hij te huilen. In het gesprek dat volgde, vertelde hij over zijn moeilijke leven en dat het hem raakte dat ik zijn naam onthouden had. Diezelfde week zat ik in een bijeenkomst met de directeur van de organisatie en hij wist mijn naam niet meer.

Op dat moment realiseerde ik mij hoe zoiets kleins, het onthouden van een naam, je het gevoel kan geven gekend te zijn. Toen nam ik het besluit dat ik voortaan de namen zou onthouden van alle cliënten waar ik op dat moment mee werkte. Dat waren er zo’n 200. Ik oefende dit heel bewust en het lukte in vrij korte tijd.

Later werd ik opleidingsadviseur en trainer en heb ik deze keuze volgehouden. Ik wil de namen kennen van de mensen met wie ik werk. Ik wil laten merken dat mijn deelnemers belangrijk voor me zijn. Dat ze méér zijn dan mijn inkomensinfuus, de traptreden van mijn loopbaan of het applaudiserende publiek dat mijn ego streelt.

Dat is mijn reden. En wat is de jouwe? De reden waarom je de namen van jouw deelnemers wilt onthouden, is namelijk heel bepalend. Zoveel te belangrijker dit voor je is, zoveel te groter de kans dat het je gaat lukken.

Het begint met een keuze.

Misschien heb jij jezelf aangepraat dat je slecht bent in het onthouden van namen en probeer je iedere training jouw gelijk te bewijzen.

Geloof jezelf niet langer! Jouw geheugen is het probleem niet. Jouw geheugen kan veel meer dan je denkt.

Het begint met een keuze om je gedrag in lijn te brengen met je identiteit als trainer. Want alleen als je het echt belangrijk vindt, gaat het je lukken.

Het is niet alleen een keuze, maar ook een vaardigheid.

Als jij redenen hebt om de namen van je deelnemers te onthouden, helpt het enorm als je ook een aantal geheugenttechnieken kent waardoor het gemakkelijker voor je wordt.

Die technieken zijn er en ze zijn eenvoudig te leren. Het vraagt alleen wat tijd en bewuste oefening. Deze checklist namen deelnemers onthouden kan je daarbij helpen.

De theatermaker die mijn trainingsruimte verbouwde

Enkele jaren geleden volgde Aart van Harten een train-de-trainer bij mij. Toen het zijn beurt was om een minitraining te geven, deed hij iets wat ik nog nooit had meegemaakt.

Hij begon, aanvankelijk zonder uitleg, mijn trainingsruimte te verbouwen. Hij haalde allerlei spullen die voorin stonden weg. Toen liep hij de groep weer in, draaide zich om en bestudeerde zijn ‘podium’. Hij knikte goedkeurend, liep weer naar voren en zette nog wat spullen anders neer. En toen pas was hij klaar om te beginnen.

Het duurde maar een paar minuten, maar ik ben het nooit vergeten. Aart is namelijk theatermaker en bekeek de plek waar de trainer staat als het podium in een theater. Hij wilde pas starten als de compositie goed was.

Een training is geen theater maar een werkplaats. Maar soms sta je als trainer wel voor de groep en heb je iets te vertellen waar je alle aandacht voor wil. En juist voor die momenten kunnen we iets van een theatermaker leren.

Bekijk je trainingsruimte eens vanuit de positie van de deelnemers.
Wat zien de deelnemers? Kunnen ze hun aandacht volledig op jou en jouw boodschap richten, of worden ze afgeleid door allerlei prikkels? Bijvoorbeeld:

  • Die mooie spreuk aan de muur
  • Een schilderij waar je uren naar kunt kijken
  • Banners, flip-overs, kaarten die uitnodigen om naar te kijken
  • Oude informatie (van een vorig trainingsonderdeel) dat nog in beeld is
  • Een fel raam, waardoor jij als trainer een zwart silhouet wordt
  • Jouw uitgestalde koffers en trainingsmaterialen die in een hoek op de vloer staan

Het zijn allemaal zaken die wij niet zo goed zien omdat het meestal achter en naast ons staat.

Sinds dit voorval ben ik ik zorgvuldiger geworden bij het inrichten van ‘mijn’ kant van de trainingsruimte. En soms loop ik nog even de groep in om te kijken wat mijn deelnemers zien.

Sowieso wel een mooie metafoor: Kijk eens vanuit het perspectief van de deelnemers naar jouw training. ;-)

Vergeet de 10.000 uren regel maar

Als je mij tot 2023 wel eens piano hebt horen spelen, dan weet je dat 10.000 uren oefenen niet genoeg is om expert te worden. Toch is de 10.000 uren regel van Malcom Gladwell heel bekend. Beroemde schakers, muzikanten en sporters bereikten volgens deze regel succes na 10.000 uur oefenen.

Als trainer was ik aanvankelijk blij met dit verhaal. Ik geloofde het meteen. Zie je wel: aangeboren talent wordt overschat! Weg met de fixed-mindset. Leve de growth-mindset! Je moet mensen laten oefenen. Precies mijn definitie van het trainersvak!

En toch ben ik in gaan zien dat deze regel niet klopt. Nog afgezien van de maakbaarheid van succes (waar ik maar zeer ten dele in geloof) is die 10.000 uren-oefenen-regel toch echt te kort door de bocht.

Hier zijn vier logische argumenten waarom je die 10.000 urenregel met een korrel zout mag nemen.

  • Het onderzoek waar Gladwell naar verwijst heeft een specifieke doelgroep. Je kunt op basis van dit onderzoek geen algemene uitspraken doen over andere beroepen en vaardigheden.
  • De mensen die niet ‘succesvol’ zijn geworden, maar wel 10.000 uur geoefend hebben, zijn waarschijnlijk niet geïnterviewd.
  • Het getal 10.000 is willekeurig gekozen. Er had net zo goed 8.000 of 15.000 kunnen staan, afhankelijk van wat je als eindniveau definieert.
  • Deze regel gaat alleen over de kwantiteit (10.000 uur) en niet over de kwaliteit van de oefening.

Op dat laatste argument – de kwaliteit van een oefening – wil ik nu inzoomen. Dát je oefent is belangrijk, maar hoe oefen je dan op zo’n manier dat de deelnemers zoveel mogelijk leren?

Welke oefeningen werken wel? En welke werken niet? Hoe bouw je series oefeningen zo op dat er optimaal geleerd wordt?

Weet jij het?

Trainen is een vak en dat vak gaat onder andere over het zorgvuldig opbouwen van de oefeningen in je training. Steeds een stapje verder, net buiten de comfortzone van de deelnemers.

Je voelt inmiddels wel aan waarom ik nog steeds geen piano-expert ben.

Ik heb mezelf piano leren spelen en bleef daarna hangen in een voor mij comfortabele zone. Als ik piano speel, speel ik vooral de stukjes die ik al ken terwijl ik ondertussen wat rommel met het sustainpedaal. Oftewel:

  • Ik oefen weinig muziekstukken die nieuw en uitdagend zijn,
  • en ik oefen mijn techniek zonder feedback.

Op zich kan ik daar best wel van genieten, maar ik hou ook van ontwikkeling en groei. En dat gaat sneller met goede feedback en training. Daarom zit ik sinds januari 2023 op pianoles. In de eerste les kreeg ik al bijzonder nuttige feedback. Ik ben weer ‘bewust onbekwaam’ geworden.

En ja, er zijn een aantal dingen die ik nu moet afleren. Ik zit nu te stuntelen met simpele muziekstukjes terwijl ik het soms bijna niet kan laten om weer op mijn oude manier te gaan spelen. Dat ging veel makkelijker en klonk veel beter.

Lijken jouw trainingen op mijn pianospel tot nu toe? Train je op gevoel, zijn je deelnemers best tevreden, maar doe je eigenlijk vooral hetzelfde en weet je niet of het didactisch wel klopt wat je doet?

Welkom in de opleiding tot professioneel trainer. Hier kun je doelgericht oefenen met het trainersvak.

Ervaren is niet hetzelfde als oefenen

Welke werkvorm kies je?