Hoe reageer je op belemmerende overtuigingen in een training?
Stel je voor…
Je geeft een assertiviteitstraining. Jouw deelnemers oefenen in het assertief weigeren van een verzoek van hun teamleider.
Nu is er een deelnemer die regelmatig ‘ja maar’ zegt.
- Ja maar, als ik dat doe, dan raak ik mijn baan kwijt.
- Ja maar, het hoort toch bij mijn werk dat ik af en toe overwerk?
- Ja maar, ik weet echt niet hoe ik zoiets moet zeggen. Dan sla ik helemaal dicht.
Je proeft bij deze deelnemer iets dat we ‘belemmerende overtuigingen’ noemen. Eigenlijk gelooft deze deelnemer niet dat ze assertief mag zijn en ze gelooft ook niet dat ze dit kan. Deze attitude belemmert het leren van deze nieuwe vaardigheid.
Wat is de beste reactie op zulke belemmerende overtuigingen in een training?
Welke reactie kies jij?
- Je gaat nieuwsgierig in gesprek met de deelnemer. Je gebruikt hiervoor technieken uit Socratische Gespreksvoering of de Cognitieve Gedragstherapie om de belemmerende overtuiging uit te dagen.
- Je accepteert deze overtuigingen en gaat er niet uitgebreid over in gesprek. Je verleidt de deelnemer om oefeningen te doen, ook als deze nog twijfelt. Door het positieve effect van deze oefeningen zullen ook de overtuigingen veranderen.
De kernvraag achter dit dilemma is:
- Moet een attitude veranderen vóórdat je kunt oefenen met nieuw gedrag?
- Of verandert de attitude mee ná een succesvolle gedragsverandering?
Het antwoord op deze vraag bepaalt hoe jij jouw training inricht.
- Want als je gelooft dat attitudeverandering een voorwaarde is voor gedragsverandering, dan besteed je veel aandacht aan het informeren en motiveren van deelnemers. Oefenen is dan minder belangrijk.
- Maar als je gelooft dat attitudeverandering volgt op gedragsverandering, dan besteed je meer aandacht aan oefeningen. Via kleine succeservaringen help je hen om hun belemmerende overtuigingen te veranderen.
Wat zegt de wetenschap hier eigenlijk over?
Deze vraag legde ik voor aan Ben Tiggelaar. Hij gaf mij zijn visie en verwees me onder andere door naar het werk van Albert Bandura. Deze muntte het begrip Self-Efficacy.
- Self-Efficacy is het vertrouwen van een individu in zijn of haar vermogen om gedrag uit te voeren dat nodig is om specifieke prestaties te leveren.
Oké… we willen dus dat de Self Efficacy van onze deelnemers, gericht op het gewenste gedrag, toeneemt. Hoe doe je dat? Hier volgen de sleutels die Bandura ons geeft in volgorde van belang:
- Succeservaringen: het besef dat iets lukt en dat dit ook het beoogde effect oplevert.
- Succesvolle voorbeelden zien: bijvoorbeeld de demonstratie van een trainer, of gedrag van een rolmodel
- Verbale overtuiging: bevestigingen en aanmoedigingen van anderen (mits je die anderen vertrouwt)
- Emotionele opwinding: reductie van stress en toename van plezier
Belemmerende overtuigingen veranderen dus vooral door te oefenen. Zo ontstaan succeservaringen die de belemmerende overtuigingen ontkrachten en de Self Efficacy van de deelnemer versterken.
In de casus van de deelnemer die belemmerende overtuigingen heeft t.o.v. het assertief weigeren van een verzoek, werkt optie 2 dus het beste: Accepteer deze overtuigingen en ga er niet uitgebreid over in gesprek. Verleid de deelnemer om oefeningen te doen, ook als deze nog twijfelt. Door het positieve effect van deze oefeningen zullen ook de overtuigingen veranderen.
Alle reden dus om in een training veel te oefenen!
Ja maar…
Ahh… hoor ik daar een belemmerende overtuiging ;-)
Moeten we deelnemers dan maar domweg laten oefenen?
Nee, niet iedere oefening is een goede oefening.
Een goede oefening haal deelnemers uit hun comfortzone, maar is niet té moeilijk. Door jouw deelnemers in kleine stappen te laten oefenen (in De Trainingsachtbaan noemen we dat loopings) maak je de kans op succeservaringen groter. Oefeningen worden nog effectiever als de deelnemers het effect van het nieuwe gedrag meteen al kunnen opmerken. Daarnaast (zie de theorie van Bandura) is het belangrijk om goede demonstraties te geven, zorgvuldige feedback te geven en te zorgen voor een veilig en plezierig leerklimaat.
Als je dat goed doet, kan er zomaar dit gebeuren. Deze attitudeverandering door succeservaring maakte ik recent mee:
Een trainer oefent in mijn training met de techniek ‘reflectief luisteren’. Deze techniek is nuttig als reactie op weerstand. Hij vindt die techniek maar niks en denkt dat het effectiever is om gewoon een goeie discussie te voeren. Maar goed, op mijn verzoek wil hij wel oefenen. Ik vergeet na afloop te vragen hoe hij dit ervaren heeft.
Enkele weken later geef hij een minitraining en één van de deelnemers is nogal kritisch over de inhoud van zijn training. Tot mijn grote verbazing gebruikt hij ‘reflectief luisteren’ als reactie. Alsof hij nooit anders gedaan heeft!
Na afloop vraag ik hem hoe dit kan. Zijn reactie: “Tijdens de training merkte ik al dat het werkte. Degene met wie ik sprak voelde zich echt begrepen. Toen heb ik het thuis nog eens geprobeerd en daar was het effect precies hetzelfde. En toen begon ik het leuk te vinden en probeerde ik het op allerlei plekken. En het werkt echt veel beter dan mensen overtuigen door in discussie te gaan. En het is veel respectvoller.”
Maar hoe doe je dat dan, verleiden tot oefenen?
Laten we nog even terug gaan naar de deelnemer waar ik mee begon. De deelnemer die steeds ja-maar zegt tijdens jouw assertiviteitstraining.
- Ja maar, als ik dat doe, dan raak ik mijn baan kwijt.
- Ja maar, het hoort toch bij mijn werk dat ik af en toe overwerk?
- Ja maar, ik weet echt niet hoe ik zoiets moet zeggen. Dan sla ik helemaal dicht.
Als trainer registreer je deze belemmerende overtuigingen, maar je onderdrukt bij jezelf de reparatiereflex om hier meteen op in te gaan. Allereerst erken je deze overtuigingen. Ze zijn voor de deelnemer heel reëel. Bijvoorbeeld met deze tekst: “Het is ook spannend om assertief te zijn. Je doet dat nu nog niet en je weet niet precies hoe het zal uitpakken als je dat wel gaat doen.”
Als je merkt dat de deelnemer begrijpt dat jij haar begrijpt, zou je vervolgens deze tekst kunnen gebruiken. “Na deze training bepaal jij uiteraard zelf waar je precies assertief wil zijn en hoe je dat wil doen. Tijdens deze training oefenen we met methode X omdat die voor veel mensen werkt. Is het oké dat we dat nu gewoon proberen en dat je achteraf bepaalt wat je hiermee kunt?
Zo toon je respect voor de autonomie van de deelnemer en stimuleer je de deelnemer eerst te oefenen en daarna haar attitude te bepalen.
Werkt attitudeverandering altijd zo?
Een relativerende nuance: nee.
Gedragsverandering en attitudeverandering zijn enorm complexe verschijnselen. Er zijn veel op onderzoek gebaseerde modellen die hier iets over zeggen, maar geen enkel model is volledig en vrij van kritiek door andere wetenschappers. Ben Tiggelaar schreef me: “Vaak wordt ook een combinatie van interventies gebruikt. Bijvoorbeeld informatie verstrekken; educatie (inclusief oefenen); motiverende gespreksvoering; experimenteren.”
Ik wil ook niet volledig zijn over attitudeverandering. Het ging mij vooral om het antwoord op het dilemma:
- Eerst overtuigingen veranderen en dan pas oefenen?
- Of laten oefenen zodat daardoor de overtuigingen veranderen?
Belemmerende overtuigingen veranderen onder andere als gevolg van succeservaringen tijdens het oefenen. Je hoeft je deelnemers dus niet eerst te coachen op hun belemmerende overtuigingen. Aan jou de uitdaging om jouw oefeningen zo te ontwerpen dat je dit effect bereikt!
Tenslotte nog een mooi voorbeeld van zo’n attitudeverandering uit de training Grip op Groepen
In de training Grip op Groepen experimenteren we met uitdagende interactiesituaties. Laatst was er een trainer die het voortdurend onderling geklets tussen deelnemers wilde stoppen. Tegelijkertijd had ze ook de overtuiging dat zij aardig moest zijn. En dat ze onaardig was als ze iets van dat storende gedrag zou zeggen.
Ik heb deze overtuigingen niet uitgedaagd. Ik heb haar alleen gevraagd te experimenteren met allerlei variaties aan reacties. De trainer in deze situatie verwoorde haar leerervaring na afloop als volgt: “Als ík denk dat ik streng ben, vinden de deelnemers me gewoon duidelijk. En als ik duidelijk ben over wat ik wil, vinden de deelnemers dat eigenlijk wel prettig. En ze vinden me nog steeds aardig ook!”
Kijk, dat is attitudeverandering als gevolg van experimenteren!
Ben je op zoek naar een erkende trainersopleiding waarin je slimme oefeningen leert ontwerpen? Die kun je bij ons volgen.
