Experimenterend Trainen
Wat is Experimenterend Trainen?
Experimenteren trainen is ervaren + reflecteren + experimenteren
De trainer is de procesbegeleider en biedt geen theorie aan. De deelnemers brengen ieder een eigen casus in. Die casus is een uitdagende praktijksituatie waar ze beter op willen reageren.
Iedere deelnemer experimenteert verschillende keren met de eigen casus. Na ieder experiment volgt feedback op gedrag en effect. De deelnemer kiest uit deze feedback steeds weer iets uit voor een volgend experiment.
Iedere deelnemer doorloopt zo een persoonlijke serie leer-loopings. Dit duurt ongeveer 25 minuten. De groep reflecteert na iedere serie experimenten op wat ze hiervan geleerd hebben.
Experimenteren Trainen is doelgericht
Je laat de deelnemers niet zomaar wat aanmodderen. Bij experimenterend trainen hebben de deelnemers een doel voor ogen. Een gewenst effect dat ze willen bereiken. Samen onderzoek je de gedragingen waarmee je bij dat gewenste effect kunt komen.
Experimenterend Trainen gaat over zichtbaar gedrag
Het is geen coaching en al helemaal geen therapie. Het gaat bij experimenterend trainen niet om het begrijpen van gedrag, het onderzoeken van belemmerende overtuigingen of het repareren van opgelopen trauma’s. De trainer begeleidt de experimenten zo dat de deelnemer steeds weer in actie komt. Het resultaat is een succeservaring: het nieuwe gedrag is gelukt en het werkte!
Wanneer kun je Experimenterend Trainen gebruiken?
Experimenterend trainen werkt fantastisch als je rekening houdt met deze voorwaarden:
- Het trainingsonderwerp is gedrag waarvan het effect meteen waarneembaar is. Gespreksvaardigheden bijvoorbeeld.
- Het doel van de training is persoonlijk. Iedere deelnemer heeft een persoonlijke uitdaging waarmee deze wil experimenteren. (Moeten alle deelnemers dezelfde methode leren, dan kun je beter De Trainingsachtbaan gebruiken voor het intrainen.)
- De werkcontext is wél voor alle deelnemers vergelijkbaar. Bijvoorbeeld: ‘gesprekken met ouders’ of ‘uitdagende coachees’ of ‘reageren op pesten op het werk’.
- De doelgroep bestaat uit deelnemers die al praktijkervaring en basiskennis hebben. Ook is het belangrijk dat de deelnemers een gezond zelfvertrouwen hebben en niet faalangstig zijn. Beginnende deelnemers die nog onzeker zijn, kun je beter stap voor stap trainen m.b.v. De Trainingsachtbaan. Experimenterend trainen is vooral geschikt als verdiepingstraining.
- De groepsgrootte is 4 tot 8 deelnemers.
Een voorbeeld: Marjan experimenteert!
Marjan is een teamleider. Ze wil experimenteren met veelsprekers in een vergadering. Teamleden die veel ruimte innemen en persoonlijke verhalen vertellen die niet zo relevant zijn. Marjan en de trainer kiezen in de groep iemand die de rol van veelspreker zal spelen. Marjan wil graag bereiken dat deze veelspreker zijn mond houdt, zonder dat hij boos of verdrietig wordt door haar reactie.
Marjan zet een tafel neer en de deelnemers kiezen een plek. En… actie! Marjan vraagt wie er nog aanvullingen op de agenda heeft. De veelspreker begint een emotioneel verhaal over de kerstpakketten die al twee jaar wegbezuinigd zijn en wat hij vindt van het management. Marjan luistert en knikt vriendelijk. Haar handen frunniken onrustig aan het papier in haar hand, maar haar gezicht blijft beleefd en vriendelijk. De veelspreker is met zijn verhaal inmiddels bij zijn zieke schoonmoeder aangekomen.
Na drie minuten onderbreekt de trainer dit eerste experiment. Marjan vertelt dat dit precies voelde zoals in het echt. Ze ergert zich aan iemand die zoveel ruimte inneemt, maar weet niet goed wat ze ertegen moet doen. De overige deelnemers geven feedback en benoemen zo feitelijk mogelijk het zichtbare gedrag en het effect daarvan. De trainer zorgt ervoor dat ze geen meningen en tips geven.
Na deze feedback reageert Marjan. “Ik merk dat andere teamleden zich ook ergeren aan die veelspreker, dus ik moet wel iets doen. Het was ook gewoon een berg frustratie en helemaal geen agendapunt. Ik zou in ieder geval een hand op kunnen steken en kunnen zeggen dat ik Hans onderbreek. Om daarna te vragen wat zijn agendapunt precies is.”
De trainer heeft nog meer ideeën en de groep ook, maar dat zou het volgende experiment onnodig moeilijk maken. Dit is wat Marjan zelf bedacht heeft en dit zal zeker al effect hebben. Dosering is belangrijk bij Experimenterend Trainen. Tijd voor experiment twee. In een half uur experimenteert Marjan verschillende keren met deze veelspreker. Uiteindelijk reageert ze met een mooie mix van vriendelijkheid en duidelijkheid op deze veelspreker en krijgt een daverend applaus van de groep.
De trainer vraagt de deelnemende trainers tenslotte om hun belangrijkste inzichten en actiepunten te noteren. Eén van de trainers zegt: “Het is zo gaaf om te merken dat zelfverzekerde duidelijkheid van een voorzitter helemaal niet onvriendelijk is. Het is eigenlijk juist heel prettig! En die praktische tips hoe je kunt onderbreken heb ik allemaal genoteerd, die ga ik op een kaartje schrijven voor mezelf!”
Wil je Experimenterend Trainen zelf ervaren? Dat kan in het interactielab ‘Grip op Groepen’ waarin je zelf kunt experimenteren met uitdagende trainingssituaties.
Wat is het verschil tussen Experimenterend Trainen en Intervisie?
Bij intervisie brengt een deelnemer ook een eigen casus in. Tijdens intervisie staat vooral reflectie centraal. Door samen de casus van alle kanten te bekijken en te analyseren, kom je tot nieuwe inzichten. Het nadeel van intervisie is dat het leren vooral in het hoofd gebeurt.
Bij Experimenterend Trainen is het reflectieproces minder diepgaand en analytisch. Bij Experimenterend Trainen zet je na de reflectie echter nog een extra stap. Je maakt de reflectiecyclus af door meteen in actie te komen. Bij Experimenterend Trainen gaat iedere deelnemer met een succeservaring naar huis. Bij intervisie blijft het vaak bij inzichten en is het de vraag of deze inzichten ook omgezet worden in succesvolle acties.
Hoe kun je Experimenterend Trainen leren?
Deze trainingsvorm leer je vooral door het zelf te ervaren onder deskundige begeleiding. Experimenterend trainen is topsport voor de trainer. Het vraagt doelgerichte snelheid (anders wordt het al snel saai, ook voor de rest van de groep) maar ook sensitiviteit voor de experimenterende deelnemer. Je hebt samen co-regie over de experimenten. Soms is het nodig een deelnemer wat meer uit te dagen, soms moet je een deelnemer juist wat afremmen. En als een deelnemer en de groep vastlopen, is het belangrijk dat je wat tips kunt geven om weer in beweging te komen.
De snelste manier om dit te ervaren en te leren, is door zelf een keer mee te doen met het Interactielab Grip op Groepen. Dat levert dubbele winst op:
- Je experimenteert zelf met een uitdagende casus.
- Je ervaart hoe je Experimenterend Trainen begeleidt.
Kun je Experimenteren Trainen ook leren via een boek?
Experimenterend trainen vind je in hoofdstuk 15 van De Trainingsachtbaan (vanaf de vierde druk). Omdat dit een heel uitdagende manier van trainen is, die veel van jouw begeleidingsvaardigheden vraagt, is het slimmer om deze methode eerst te ervaren.
In het Interactielab Grip op Groepen kun je Experimenterend Trainen ervaren. Je kunt deze training meerdere keren per jaar individueel volgen. Het is ook mogelijk om deze training incompany te laten uitvoeren voor jouw trainersteam.
Klik hier voor meer informatie over het Interactielab Grip op Groepen.

