reageren op weerstand in trainingenHoe reageer je op weerstand in een training? En hoe voorkom je dat die weerstand een aapje wordt dat zich op jouw schouder nestelt?

In deze inspiratiesnack geef ik je de meest effectieve manier om te reageren op weerstand in een training. Dat is bijzonder nuttig, want iedere trainer heeft wel eens te maken met weerstand. Mijn definitie van weerstand is heel eenvoudig. Weerstand = verzet. Dus als een deelnemer zich verzet, dan is er sprake van weerstand. De oorzaken van weerstand kun je herleiden tot vier basisoorzaken. De deelnemer verzet zich tegen:

  1. De inhoud van jouw training. Wat je vertelt is volgens de deelnemer niet waar of is niet nuttig.
  2. De vorm van je training. De deelnemer wil bijvoorbeeld geen rollenspel doen.
  3. De persoon van de trainer. Je gedraagt je op een manier die verzet oproept. Je bent bijvoorbeeld te langdradig, te directief of je luistert niet goed.
  4. Iets buiten de training. De deelnemer is boos op de organisatie of de leidinggevende, bijvoorbeeld omdat deelname verplicht is.

Als een deelnemer zich tijdens een training verzet is dat heel normaal. Dat hoort bij gedragsverandering. Maar het is soms ook lastig voor jou als trainer. Zeker als het nogal stevig wordt uitgesproken door de deelnemer.

Op verzet reageren we vaak automatisch met tegenverzet. Die reactie noem je de reparatiereflex: je luistert maar half en gaat meteen overtuigen en uitleggen. Je gaat heel hard aan het werk op het weerstandsaapje te vertroetelen of weg te jagen. Sommige trainers gebruiken pseudotherapeutische wedervragen om de deelnemer klem te zetten. De deelnemer moet zo snel mogelijk weer in het gareel lopen. Die reflex werkt echter averechts. Misschien leg je de deelnemer wel het zwijgen op, maar de weerstand blijft.

Hoe reageer je op weerstand in een training? De meest effectieve manier om op weerstand te reageren bestaat uit drie basisstappen. Dit zijn ze:

  1. STOP. Stop met praten, stop met uitleggen, stop met pushen en overtuigen. Haal een keer rustig adem en doe eventueel een stap opzij of ga zitten.
  2. BEGRIJP. Richt je aandacht volledig op het begrijpen van de weerstand en het tonen van dit begrip. De beste techniek hiervoor is ‘reflectief luisteren’.
  3. REAGEER. Als de deelnemer ontspant en je zeker weet dat je de weerstand begrijpt, kun je kiezen uit een aantal vervolgtechnieken.

Nu ben je misschien nieuwsgierig wat die vervolgechnieken zijn. Geloof me: die zijn het minst belangrijk. De echte uitdaging voor ons trainers ligt bij stap 1 en 2. Dat is namelijk het moment dat je jouw reflexen onderdrukt. Dat lukt alleen als je er meerdere keren mee geoefend hebt.

In het interactielab voor trainers krijg je meer informatie over het reageren op weerstand. Je kunt onder andere oefenen in het reageren op weerstand. Je krijgt bij dit interactielab zelfs een complete reader over het reageren op weerstand. Daardoor ga je weerstand beter begrijpen, kun je onnodige weerstand voorkomen en leer je verschillende technieken om weerstand op te vangen en om te buigen.