De Ladder Ben Tiggelaar

Dit is het tweede artikel over gedragsverandering. Deze artikelen zijn gebaseerd op het boek ‘De Ladder’ van Ben Tiggelaar. Sinds ik Ben Tiggelaar voor het eerst ontmoette tijdens een workshop (het zal rond 2009 zijn geweest) bewonder ik zijn vermogen om wetenschappelijke inzichten praktisch toepasbaar te maken voor een breed publiek. In dit boek doet hij dat opnieuw.

De Ladder Ben Tiggelaar

Het eerste artikel vind je hier.

In dit tweede artikel vind je de volgende onderwerpen:

  1. Wat kun je met De Ladder als trainer? 
  2. De Ladder, 3 stappen naar verandering
  3. Stap 1: doel
  4. Stap 2: gedrag
  5. Stap 3: support 

1. Wat kun je met De Ladder als trainer?

  1. Houd je training eenvoudig. De eerste tip haal ik niet uit de inhoud van dit model, maar uit de vorm. Ga de uitdaging eens aan om de inhoud van jouw trainingen terug te brengen tot de essentie. Wat is nu de kern van jouw training? Eenvoudig trainen is moeilijker dan ingewikkeld. En weglaten is moeilijker dan toevoegen.
  2. Neem tijdens iedere training tijd voor een actieplan. Zet alle negen tips uit dit artikel op één A4 en handel ernaar. Ik doe dit vaak door korte reflectiemomenten na ieder onderdeel in te lassen. Vervolgens bundelen de deelnemers dit aan het einde van de dag in een actieplan.
  3. Bied zo min mogelijk losse trainingen aan. Gedragsverandering voltrekt zich niet in de training, maar in de maanden daarna. Het minste wat je kunt doen is van iedere training een leertraject te maken door voorbereiding- en verwerkingsopdrachten. Help de deelnemers bij de uitvoering van hun actieplan.

2. De Ladder, 3 stappen naar verandering

Is het echt zo simpel? Een ladder met drie stappen? In essentie wel. Maar als trainer weet je hoe moeilijk het kan zijn om iets terug te brengen tot de essentie. Over gedragsverandering is zoveel geschreven dat ik het een prestatie van Ben Tiggelaar vind dat hij met dit eenvoudige model de kern van verandering heeft weten te beschrijven. Eenvoudig is dus niet simpel. Pas het eerst maar eens toe…

Het gaat er niet om wat we weten over gedragsverandering, het gaat er om wat we gebruiken. Ik heb liever een trainer die slechts 10% weet van wat er bekend is over gedragsverandering en dit ook toepast, dan iemand die 80% weet en niets toepast. Ik heb liever een trainer die niet alles vertelt wat ie weet, maar het eenvoudig houdt en mij stap voor stap helpt om te begrijpen en toe te passen, dan een trainer die helemaal volledig is over de inhoud en dit niet toepasbaar kan maken.

Iedere stap uit het boek De Ladder van Ben Tiggelaar zal ik hieronder kort toelichten.

3. Stap 1: doel

Doelen hebben een magische kracht. Doelen maken energie en creativiteit los. Doelen vergroten je doorzettingsvermogen: zonder doel geef je veel sneller op als het lastig wordt. Het is wel belangrijk dat doelen op de juiste manier geformuleerd worden. Ze moeten aansluiten bij je capaciteit en moeten haalbaar zijn in jouw omgeving. Alleen dan dragen ze bij aan jouw motivatie. Mijn ervaring is ook dat doelen extra krachtig werken als ik ze kan visualiseren, als ik mij een concreet beeld kan vormen van de toekomst. De drie belangrijkste tips van Ben Tiggelaar zijn:

  1. Kies geen prestatie- maar ontwikkeldoelen. Een prestatiedoel is: ik ga 10% meer verkopen. Een ontwikkeldoel is: ik ga zoeken naar manieren om meer te verkopen. Uit diverse onderzoeken blijkt dat mensen die ontwikkeldoelen (of: leerdoelen) stellen veranderingen effectiever aanpakken.
  2. Formuleer een helder ‘waarom’ voor je doel. Je doel wordt er krachtiger van als je kunt uitleggen waarom dit belangrijk is. En dat uitleggen gaat weer beter als je het eerst een keer hebt opgeschreven. Ik heb vanmorgen (26-11-2018) een aantal timemanagementdoelen voor 2019 geformuleerd. Achter ieder doel heb ik het woord ‘omdat…’ geschreven en uitgelegd waarom dit voor mij belangrijk is.
  3. Heb je méér dan één doel, maak dan een heldere prioriteitenlijst. Het verdelen van je aandacht gaat ten koste van het succes. Mensen die zich beperken in hun doelen en ze één voor één aanpakken zijn vaker succesvol.

NB: als je wel eens een training bij mij hebt gevolgd, zul je gemerkt hebben dat ik iets andere woorden gebruik. Waar Ben Tiggelaar spreekt over ‘gedrag’ spreek ik over ‘gedragsdoelen‘. En waar hij spreekt over ‘doelen’ spreek ik over ‘effectdoelen of resultaten’. We bedoelen allebei hetzelfde: je wilt iets (effect/doel) bereiken door je gedrag te veranderen.

4. Stap 2: gedrag

Ben Tiggelaar citeert Icek Ajzen: “Als je iets wilt veranderen, zul je het gedrag dat nodig is, duidelijk moeten definiëren. Dat is de belangrijkste stap in het hele proces. En het is verrassend hoeveel mensen hier nooit over nadenken.” Dat belang kan ik beamen. In iedere training merk ik hoe moeilijk trainers het vinden, maar ook hoe ontzettend waardevol het is, om het gewenste gedrag bij het ontwerpen van trainingen nauwkeurig te beschrijven. Ben Tiggelaar benadrukt hoe belangrijk het is om bij elk gedragsvoornemen drie simpele controlevragen te stellen:

  • Kan ik dit echt? Heb ik hiervoor de capaciteit?
  • Wil ik dit echt? Heb ik hiervoor de motivatie?
  • Lukt dit hier, in deze omgeving?

In het boek De Ladder krijg je drie tips voor het beschrijven van gewenst gedrag.

  1. Kies voor gedrag dat je leuk vindt. We denken vaak dat gedragsverandering alles te maken heeft met wilskracht en discipline. Uit onderzoek blijkt echter dat mensen gedrag vaak volhouden omdat ze het gedrag zelf leuk vinden. Kies dus voor gedrag dat je leuk vindt, of probeer gedrag leuk te maken.

Toen wij (mijn vrouw en ik) de straatvoegen van 90 m2 oprit schoon wilden maken, hebben we afgesproken dat we hier enkele keren per week een half uur aan zouden besteden, na het avondeten. Het werk was saai, maar we konden op deze manier even bijpraten en we haalden ons doel om dagelijks een half uur fysieke inspanning te leveren. Zo bereikten we ons doel op een leuke en dubbel-nuttige manier.

  1. Formuleer het gewenste gedrag zo concreet en helder mogelijk. In trainingen zeg ik vaak dat je er een filmpje van moet kunnen maken. Ben Tiggelaar gebruikt als vuistregel dat je het moet kunnen voordoen en nadoen. In het artikel over gedragsdoelen vind je hier meerdere voorbeelden van en een aantal tips.
  2. Denk simpel, maak je eerste stappen zo eenvoudig mogelijk. We denken te vaak in grote stappen en omdat dit niet lukt, raken we gedemotiveerd. Succeservaringen zijn belangrijk om nieuw gedrag vol te houden.

Toen ik piano wilde leren spelen was m’n eerste gedragsdoel een piano kopen, het tweede een pianoleraar vinden en het derde was dat ik een afspraak zou maken voor de eerste les. Nu is mijn doel dat ik dagelijks 10 minuten speel. Meer niet. Ben Tiggelaar gebruikt het voorbeeld van eerder opstaan. Zet niet in één keer je wekker een uur eerder, maar slechts vijf minuten. Als je daar dagelijks vijf minuten bij doet, bereik je na 12 dagen al je doel!

5. Stap 3: support

Bij support moet je aan alles denken dat het gewenste gedrag mogelijk maakt. Deze supporttechnieken kun je verdelen in categorieën die te maken hebben met de drie belangrijkste factoren voor gedragsverandering: capaciteit, motivatie en omgeving. Daarnaast kun je de supporttechnieken ook onderverdelen in sociale ondersteuning door mensen en fysieke ondersteuning door technieken.

  • Supporttechnieken die de capaciteit vergroten. Bijvoorbeeld het volgen van een cursus, of iemand die je ondersteunt.
  • Supporttechnieken die de motivatie vergroten. Bijvoorbeeld het zichtbaar maken van progressie in de app Habitbull.
  • Supporttechnieken die via de omgeving werken. Bijvoorbeeld reminders in je werkomgeving of op je telefoon.

De drie belangrijkste tips van Ben Tiggelaar zijn:

  1. Zorg dat de directe omgeving het gewenste gedrag makkelijk maakt. Als je minder wilt snoepen, zorg dan dat er geen snoep in huis is. Als je meer balans in je leven wilt, blok dan een deel van je agenda en maak afspraken met vrienden. Wil je dat mensen formulieren op de juiste manier invullen, maak dan kant en klare blokken met glasheldere vragen en toelichtingen.
  2. Bereid je voor op ‘momenten van de waarheid’. Zorg dat je op je beste momenten een plan maakt voor situaties waarin het lastig wordt. Een plan bijvoorbeeld hoe je omgaat met snoep-verleiding om 16.30 uur ‘s middags. Zo’n plan werkt goed als je er een als-dan formulering van maakt. Een recent voorbeeld van mij: Als ik gebeld wordt voor een nieuwe opdracht, dan beslis ik m.b.v. de checklist (hangt aan de muur) of- en hoe ik deze opdracht aanneem.
  3. Monitor je gedrag. Dit betekent dat je dagelijks je gedrag bijhoudt en noteert. Je noteert dus niet wat het resultaat is, maar je noteert eenvoudig of je het gedaan hebt of niet. Zo’n app als Habitbull kan je daarbij helpen. Ik word bijvoorbeeld dagelijks herinnerd door een bericht met de vraag hoeveel minuten ik deze dag heb besteed aan fysieke activiteit.

En een bonustip: kies per gedragsverandering drie supporttechnieken. Want bij support geldt: meer = beter. In het boek De Ladder vind je achterin 82 tips, waaronder concrete supporttips.

Veranderen = experimenteren. Een veranderplan is nooit compleet of af. Je regelt je support, verandert je gedrag en probeert zo je doel te bereiken. Maar onderweg kom je er achter dat sommige dingen niet werken voor jou. Dat betekent niet dat je moet opgeven, het is een signaal dat je misschien ander gedrag moet kiezen of je support anders moet regelen.

Hoe wil jij trainingen geven?

Wil je iemand zijn die leuk kan vertellen, of wil je mensen helpen bij gedragsverandering? In de train-de-trainercursus van Bridge2learn leer je de basis van het trainersvak. Je leert trainingen ontwerpen en uitvoeren waarin je jouw deelnemers helpt bij het veranderen van hun gedrag!