Experimenterend Trainen
Ik hou van het woord experimenteren. Er zit nieuwsgierigheid in, het is actief en er zit vrijheid in. “Probeer het maar uit! Blijf doen wat werkt, en neem afscheid van wat niet werkt.” Misschien ben ik daarom wel zo enthousiast over ‘experimenterend trainen’. Wellicht past deze aanpak ook wel bij jou en bij jouw trainingen. In dit blog je leg ik uit wat het is en hoe je er meer over kunt leren.
Wanneer gebruik je experimenterend trainen?
Soms heb je deelnemers die de nodige basiskennis en -vaardigheden al in huis hebben. Het stap-voor-stap intrainen van kennis en vaardigheden is dan niet zo nuttig. Tegelijk zijn er nog wel specifieke situaties die ze lastig vinden en waarin ze nog ineffectief gedrag laten zien. Wat doe je dan? Bekijk het voorbeeld van Femke.
Femke kreeg als intern trainer de vraag een assertiviteitstraining te verzorgen voor ondersteunend personeel van een zorginstelling. Ze interviewde enkele deelnemers en ontdekte dat deze medewerkers best wisten hoe assertief gedrag eruit ziet en dat soms ook toepasten. Maar er waren ook situaties waarin dat niet lukte. Bijvoorbeeld bij een heel dominante arts, of in een situatie waarin een collega een emotioneel appèl op hen deed. Femkes basistraining assertiviteit sloot niet goed aan bij deze deelnemers. Tegelijk constateerde ze dat oefening voor deze mensen wel heel nuttig zou zijn.
Die laatste constatering is interessant. Veel trainers zouden in deze situatie intervisie aanbieden. Binnen intervisie wordt er echter niet geoefend en de deelnemers beleven dus ook geen succeservaringen. Dus blijft het maar de vraag of de deelnemers voldoende vaardigheid en vertrouwen hebben om na intervisie het geleerde toe te passen.
Gelukkig kon Femke deze deelnemers experimenterend trainen aanbieden. Experimenterend trainen vind je in het extra hoofdstuk 15 van de vierde herziene druk van De Trainingsachtbaan. Een korte samenvatting geef ik je nu alvast.
Hoe werkt het?
Bij experimenterend trainen oefent iedere deelnemer meerdere keren met een eigen uitdagende situatie. Na iedere oefening is er tijd voor feedback en reflectie, waarna de deelnemer weer een andere aanpak kiest voor dezelfde situatie.
Als jij als trainer dit goed begeleidt, kan een deelnemer in dertig minuten drie tot zes experimenten uitvoeren. Zo’n sessie eindigt met een succeservaring, applaus en waardevolle inzichten. Ook voor de overige deelnemers die actief betrokken zijn als ‘trainingsacteurs’ en feedbackgevers. Eventuele relevante theorie en checklisten stuur je de deelnemers achteraf.
Ik heb in de afgelopen jaren gemerkt dat deze aanpak de deelnemers zowel vaardigheid als vertrouwen geeft.
Wanneer werkt experimenterend trainen?
Deze methode is vooral nuttig als…
- …de deelnemers bepaalde basiskennis en vaardigheden al beheersen. Experimenterend trainen is geschikt als verdiepingstraining.
- …het onderwerp van de training over gedrag gaat waarvan je het effect meteen kunt waarnemen. (Meestal communicatie)
- …het doel van de training is dat de deelnemers effectief gedrag laten zien in specifieke en soms heel persoonlijke situaties. Voor standaardsituaties kun je namelijk standaardstappenplannen of checklisten intrainen.
- …de groep niet te groot is. Ik hanteer voor één trainer een maximum van acht deelnemers per dag. Experimenterend trainen is minder effectief in subgroepen zonder begeleiding van een trainer.
In hoofdstuk 15 van de vierde druk van De Trainingsachtbaan vind je het stappenplan voor deze aanpak en nog een aantal begeleidingstips. Ik ben hier enthousiast over. Vooral ook omdat ik merk dat gedragstrainingen op deze praktische manier heel veel leerrendement opleveren.
Wil je experimenterend trainen zelf ervaren? Dat kan in het interactielab Grip op Groepen.
Wil je meer lezen over experimenterend trainen, lees dan De Trainingsachtbaan.